Echte hardrijders ontkomen te vaak





 

De politie heeft in zeven jaar tijd liefst 65% meer snelheidsboetes uitgedeeld. Maar waar het ­aandeel van de kleine overtreders is toegenomen, neemt dat van de échte hardrijders lichtjes af. Dat blijkt uit een analyse van ­bijna 33 miljoen bekeuringen.

De toename van het aantal ­snelheidscontroles heeft vooral méér boetes voor kleine over­treders opgeleverd, die maximaal 10 kilometer per uur te snel ­rijden. Of je zo de veiligheid op de weg ingrijpend verhoogt, is maar de vraag. Dat valt op te maken uit interne documenten van de ­politie die voor het eerst naar ­buiten zijn gebracht. 

Al jaren vallen vier op de tien verkeersdoden in het weekend. Toch lijkt van gerichte controles amper sprake. IJverige flitspalen houden de schijn hoog, maar veel meer agenten zijn er tussen vrijdag- en zondagnacht niet op de baan. Daardoor gaan de zware hard­rijders - die de vaste camera's doorgaans goed weten staan - al te vaak vrijuit. Om de pakkans voor hen te vergroten, moet er meer ingezet worden op trajectcontrole, óók op gewestwegen, meent verkeersexpert Johan De Mol (UGent). Daarnaast pleit hij voor méér alcoholtests, zeker in het weekend. Want hoewel alcohol een enorme 'killer' is in het verkeer, heeft de politie vorig jaar slechts 38.839 boetes of pv's uitgeschreven voor dronken rijden. Dat zijn er liefst 86 keer minder dan de 3.345.507 bekeuringen voor te snel rijden. 

 
 
Bron: Het Laatste Nieuws
 
  9-5-2015