Geld verkeersboetes moet einde maken aan “schande van de 400”





 

Het Vlaams Verkeersveiligheidsfonds gaat van start met zo’n 3 miljoen euro en rekent voor 2016 op 18 miljoen euro aan inkomsten. Dat zegt Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts. De inkomsten van het fonds komen van de keuringscentra en van de meeropbrengsten uit verkeersboetes die Vlaanderen int. De inkomsten vloeien terug naar verkeersveiligheidsbeleid, zegt de N-VA-minister.

Minister van Mobiliteit Weyts wil iets doen aan wat hij “de schande van de 400” noemt, verwijzend naar de 400 verkeersdoden in Vlaanderen in 2014. Een van de instrumenten om het verkeersveiligheidsbeleid te ondersteunen is de oprichting van een eigen Vlaams Verkeersveiligheidsfonds. Bedoeling is om via dat fonds een deel van de verkeersboetes rechtstreeks om te zetten in verkeersveiligheidsbeleid. Het fonds krijgt ook inkomsten uit de inningen van de keuringscentra.

Voor 2015 gaat het in totaal om zo’n 3 miljoen euro. Voor 2016 wordt het bedrag geraamd op 18 miljoen euro.

De boetes die het Verkeersveiligheidsfonds spijzen, zijn voornamelijk snelheidsboetes.

Met het fonds wil Weyts gerichte initiatieven nemen om de verkeersveiligheid structureel te verbeteren. Het gaat dan onder meer om betere handhaving (bv. meer trajectcontroles), betere ongevallenregistratie en verkeersveiligere infrastructuur.

Mobiliteitsorganisatie Touring reageert tevreden op de 3 miljoen bijkomende investeringen in verkeersveiligheid, maar vindt dat alle opbrengsten uit boetes naar verkeersveiligheid moeten gaan. “De eerste stap is nu genomen en dus kan er gericht worden geïnvesteerd. Om te beginnen met het aanpakken van de slechte leerlingen en veelplegers die een onaanvaardbare hypotheek leggen op de 95 procent van de bestuurders die het wel goed doen. Er moet ook versneld worden geïnvesteerd in het ‘vergevingsgezind’ maken van onze wegen, zodat een kleine stuurfout niet hoeft te worden bestraft met de dood tegen een boom of verlichtingspaal. En er dient tot slot ook werk te worden gemaakt van opleidingscheques voor de rijopleiding.”

 
 
Bron: Nieuwsblad
 
  1-3-2016